Interview ‘Het Goede Leven’ | Hemelkinderen

Auteur:Trudy Oldenhuis / Fotograaf Catrinus van der Veen

Als iemand sterft die je allebei hebt gekend, dan kun je nog samen herinneringen ophalen. Maar wat valt er te herinneren aan een kind dat er nooit is geweest, behalve in mijn buik?

Voor altijd de moeder van drie kinderen

Jarenlang sprak Willie Zeldenrust (66) nauwelijks over Johannes, haar levenloos geboren zoon. In haar onlangs uitgekomen boek Hemelkinderen vertelt ze wel zijn verhaal en dat van enkele andere veel te vroeg geboren kinderen. “Het dal is voor een christen even donker, maar met God vind ik het toch dragelijker.”

Op een druilerige dag in april 1978 zag Willie Zeldenrust vanuit de gang van de kraamafdeling van het ziekenhuis in Zevenaar hoe haar drie dagen eerder levenloos geboren zoon door een begrafenisondernemer werd meegenomen. ‘De deur van de aula ging opnieuw open en dezelfde man kwam naar buiten, maar nu met een klein wit kistje onder zijn arm en ik wist: daar gaat mijn kindje’, schrijft ze in haar boek Hemelkinderen.

Want een hemelkind, dat was Johannes. Een kind niet voor de aarde maar voor de hemel gemaakt, zoals de cover van Hemelkinderen vermeldt. Hij was haar tweede kind en overleed aan het einde van haar zwangerschap in de baarmoeder aan een zeldzame aandoening. Dat hoorde Willie in het ziekenhuis, waar ze was opgenomen omdat ze een wel heel dikke buik had gekregen in haar zwangerschap. Zo dik, dat de verloskundige dacht dat ze waarschijnlijk een tweeling zou krijgen. Op naar het ziekenhuis dus, waar ze aan allerlei onderzoeken onderworpen werd. Vragen stelde Willie niet, overtuigd als ze was van de goede gezondheid van haar kind. ‘Was het naïviteit, de angst om het te weten, het niet onder ogen willen zien? Had ik het kunnen zien aankomen? Vragen waarop ik geen antwoord kan geven’, aldus Hemelkinderen. De verschrikkelijke boodschap werd haar verteld door de gynaecoloog. Die vroeg of haar niets was opgevallen aan het beeld van haar kind op de echo. “Niets”, zegt Willie nu. “Sterker nog: ik had nog een grapje gemaakt bij een echo omdat hij zo rustig was. ‘Mijn kind doet zijn naam Zeldenrust geen eer aan’, had ik gezegd. Zoiets zeg je natuurlijk niet als je bang bent dat er iets mis is.” De gynaecoloog vertelde haar waarom haar kind zo rustig was: “Ik ben bang dat je kindje dood is”. Het waren woorden die ze niet wilde horen, maar die ze die avond zelf haar man moest vertellen, toen hij bij haar op bezoek kwam. De bevalling die een paar dagen later kwam, werd een verschrikking. ‘Ik hoorde iemand huilen, maar dat was mijn baby niet, dat was ikzelf. (…) Ik was bevallen maar had geen kind.’

Stilte

Dat haar levenloos geboren zoon Johannes naar de hemel ging, was dan ook niet een overtuiging die Willie, lid van een Baptistengemeente, meteen na de bevalling had. Het was haar predikant die haar nog in het ziekenhuis op dat spoor bracht met de woorden: “Besef je dat je zoon in de hemel is, bij God?” Willie: “Het was alsof God mij toen aanraakte, alsof zijn hand mij streelde. Mijn zoon leefde toch, hij leeft bij God. De zwangerschap was niet voor niets geweest.” Eigenlijk zou haar zoon Jan Maarten heten, genoemd naar zijn vader Jan. “Maar dat wilde ik niet meer, nu bleek dat hij niet meer leefde. Wie weet zou ik nog een zoon krijgen, die ik naar hem kon vernoemen.” Na de woorden van haar predikant bedacht Willie een alternatief: Johannes, ‘God is genadig’. Want door alle pijn heen ervoer ze de genade van God.

Hoe troostvol ook, dit besef maakte het verdriet in de jaren die volgden niet minder. Lang zweeg Willie over de dood van Johannes. “Zo ging dat, zeker vroeger. Hij was direct meegenomen en begraven, ik wist niet eens waar. Ik kon zijn graf niet bezoeken. En waarover moesten mensen met mij praten? Als iemand sterft die je allebei hebt gekend, dan kun je nog samen herinneringen ophalen. Maar wat valt er te herinneren aan een kind dat er nooit is geweest, behalve in mijn buik?”

Ze worstelde met het gemis. Waarom was dit gebeurd? Wat moest ze zeggen als onbekenden haar op een feestje vroegen hoeveel kinderen ze had? Twee? Of drie, toen later nog een zoon werd geboren? Maar als ze over Johannes begon, bleven mensen vaak zo stil. Of ze maakten pijnlijke opmerkingen als: ‘je bent zo jong, je kunt nog wel tien kinderen krijgen’. Terwijl zij alleen behoefte had aan die ene, die haar ontvallen was.

Zelfs met haar man praatte ze niet veel over hun verdriet. “Heel veel hulp was er ook niet voor ons. Nu is er, ook in ziekenhuizen, veel meer aandacht voor ouders met doodgeboren kindjes. Dat is echt mooi. Maar wij moesten het zelf maar uitdokteren. En wat krijg je dan ook: dat het tussen jou en je man in gaat staan.”

Want Willie had haar zoon negen maanden bij zich gedragen. Negen maanden lang had ze uitgekeken naar zijn geboorte, maandenlang had ze hem in haar gevoeld. “Maar voor mijn man was het anders: die had hem niet gevoeld. En toen dat ook niet gebeurde, omdat het kind gestorven was, had hij al vrij gauw zoiets van: we moeten verder.”

Het duurde jaren voordat Willie en Jan elkaar terugvonden in dit verdriet. “Nu zou ik dat soms ook andere stellen wel willen toeschreeuwen, die worstelen met de dood van een kind: het kan járen duren voordat je daar samen een weg in vindt.”

Donker dal

Niet dat ze al die tijd ongelukkig waren. Het schrijven van Hemelkinderen begon Willie ook niet zozeer om een onverwerkt trauma alsnog een plek te geven. “Ik had het gemis van Johannes al best goed verwerkt, al verbaasde het me wel hoeveel het schrijven van dit verhaal me toch weer deed. Maar ik kan met dit boek ook getuigen van de kracht die God gaf. Ik heb juist in deze donkerte Gods nabijheid ervaren. God is inderdaad genadig. Niet dat het daardoor gemakkelijker is: het dal blijft even donker, ook voor een christen. We krijgen allemaal onze portie verdriet. Maar met God is dat dal toch dragelijker, vind ik.”

Haar man Jan las elk hoofdstuk van het boek toen zij het aan het schrijven was. “En dat bleek voor hem soms ook weer emotioneel te zijn. Of hij zei: ‘Ik heb nooit geweten dat dit voor jou toen zo voelde.’”

Willie begon al in 2018 met het schrijven van Hemelkinderen, voordat een wetswijziging in 2019 het mogelijk maakte dat levenloos geboren kinderen worden opgenomen in het bevolkingsregister. Op 12 februari 2019 schreven Jan en Willie Zeldenrust hun zoon Johannes bij in het bevolkingsregister in Leeuwarden. Dat was een bijzondere gebeurtenis: “Ik dacht: wij gaan erheen, staan aan de balie, schrijven zijn naam in en gaan weer naar huis. Maar zo ging het niet: we werden apart genomen in een kamertje en kregen een kop koffie. De ambtenaar had alle tijd voor ons.” Voor Jan en Willie Zeldenrust voelde het alsof hiermee een cirkel rond was. Precies een jaar na deze gebeurtenis keerden ze terug naar het gemeentehuis in Leeuwarden, om de ambtenaar het boek Hemelkinderen te overhandigen.

Op dat boek kreeg Willie veel positieve reacties, ook van vrouwen die hetzelfde hadden meegemaakt. Het verdriet blijft, merkt ze, maar de genade van God ook. “Hij was onze hulp, hulp die we niet altijd van mensen hebben gekregen. Soms kan ik het verdriet om Johannes ineens weer voelen. Maar ik zeg nu ook, zonder schroom: ‘Ik heb drie bevallingen gehad. Ik ben de moeder van drie kinderen’.”

Fragment uit ‘Hemelkinderen’:

‘Hoewel ik het stemgeluid kon waarnemen, hoorde ik niet meer wat er gezegd werd. Het lelijke woord ‘dood’ evenwel hoorde ik luid en duidelijk en dat overschreeuwde alle andere geluiden. Het leek wel of ik in een cocon zat waar ik moeilijk te bereiken was. Dood? Dood? Mijn baby’tje was dood? In mijn hoofd buitelden de vragen, maar ik kon het niet opbrengen ze te stellen. Was dit het einde dan, het einde van een zwangerschap, het einde van een leventje dat zo vreselijk gewild was? Het was ondenkbaar, onbestaanbaar, onmogelijk en zo onverwacht. Ik werd stil, heel mijn wezen werd stil, mijn kindje was stil. Kon het stiller zijn? (…) De gynaecoloog was blijkbaar, net als ik, stilgevallen. Verbazingwekkend dat ik gewoon door ademde en dus leefde, want ik was ook een beetje dood. De dood was in mij.’

 Willie Zeldenrust. Hemelkinderen. Scholten Uitgeverij 2020. 183 blz. 16,95 euro

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s